« Ga terug naar de homepage van GroeneKerken

Meten en analyseren

Start bij het uitwerken van een verduurzamingsplan voor het kerkgebouw met het vastleggen van de bestaande fysieke situatie. Hoe het gebouw wordt gebruikt en beheerd? Welke toekomstplannen zijn er? Eén van de eerste prioriteiten is het meten en analyseren van het daadwerkelijk energieverbruik. Niet alleen het jaarverbruik, maar ook het verbruik over de dagen, weken en seizoenen; en wie of wat zijn de grote(re) verbruikers? Op basis van deze informatie kan je vaststellen waar je mogelijk geld en energie kunt besparen.

Dit hoofdstuk gaat over energieverbruik en -besparing.

Meten is weten. Voor het echt meten en analyseren is het belangrijk om slimme gas- en elektriciteitsmeters te hebben (zie de download Slimme Meter). Wanneer je deze nog niet hebt, kunnen ze bij de netbeheerder worden aangevraagd. In bijzondere situaties zal de netbeheerder soms moeilijk bereid zijn tot plaatsen van deze meters, bijv. als de gasmeter verder dan 10 meter van de elektriciteitsmeter staat. In goed overleg is er meestal wel uit te komen. Wanneer er wel slimme meters zijn dan zijn er bijna onbeperkte mogelijkheden om zowel het elektriciteit- als gasverbruik verder te analyseren.

De meeste energieleveranciers hebben een app waarmee je veelal tot per uur het verbruik kunt analyseren. Iemand die inzicht heeft in de installaties en apparatuur in het gebouw moet in staat zijn met deze informatie vast te stellen of het verbruik verklaarbaar en/of er verbeterbaar is. Ook zijn de kosten van energie op bepaalde uren van de dag hoger of lager. Dit wordt in de toekomst waarschijnlijk nog veel sterker. Hierop kunnen we inspelen door bij vervanging van apparatuur en installatiedelen te letten op mogelijkheden van vraagsturing en opslagmogelijkheden voor energie.

Er is ook meetapparatuur om het verbruik per apparaat/aansluiting uit te lezen waardoor er een nog completer beeld ontstaat. Voor 220 Volt apparaten en aansluitingen met een stekker zijn er simpele meters voor ca. € 15 te koop waarmee het directe verbruik kan worden gemeten. Is het geen stekkeraansluiting dan kan alleen een echte deskundige met geschikte apparatuur dit doen. In de meeste kerkgebouwen zal dit niet echt nodig zijn.

Aan de slag

  1. Beoordeel het totale gas en elektriciteitsverbruik over de afgelopen 5 jaren. Is dit redelijk stabiel of treden er grote schommelingen op? Zijn deze schommelingen verklaarbaar?
  2. Hebben we een goed energieleveringscontract via een goede vergelijkingssite of via www.energievoorkerken.nl ? In welke trap van de energiebelasting zitten we? Wordt er gebruik gemaakt van de 50% korting op de Energiebelasting waar kerken recht op hebben? Hebben we een contract waarbij alleen in Nederland geproduceerde groene elektriciteit wordt ingezet?
  3. Wanneer er ook zonnepanelen zijn, neem die dan ook in de metingen op. Dit kan meestal zonder extra kosten, eventueel via monitoring door de leverancier.
  4. Om zichtbaarheid en betrokkenheid van gemeenteleden te bevorderen zie je op steeds meer plaatsen in kerken een duidelijk zichtbare monitor waarop het energieverbruik en de energieopwekking door zonnepanelen te zien is. Een dergelijke monitor kan ook gebruik worden voor andere communicatiedoeleinden zoals mededelingen, toewijzing vergaderruimtes etc. Deze is vaak bij de burgerlijke gemeente te leen, bij het energieloket.
  5. Ga dan aan de slag met de analyse van het energieverbruik. De meest voorkomende volgorde van verbruik van hoog naar “laag” is verwarming en ventilatie, verlichting, warm water en keukenapparatuur.
  6. Voor keukenapparatuur kan per apparaat worden bepaald of het efficiënt wordt gebruikt en welke energetische en financiële besparing er kan worden gerealiseerd door vervanging. Wees hier zeer kritisch in.
  7. LED-verlichting is inmiddels volwassen geworden en het lijkt dan ook logisch om alle bestaande verlichting te vervangen door LED. Wees ook daar echter zeer kritisch en let op de volgende zaken:
    • Hoeveel uren per jaar wordt de verlichting gebruikt? Voor veel armaturen is dat regelmatig maar heel beperkt.
    • Wordt de verlichting alleen gebruikt als het echt nodig is? Er is vaak veel te besparen door verlichtingsdiscipline van de gebruikers en/of schakeling via aanwezigheidsmelders.
    • De bestaande lampen zijn vaak geen gloeilampen meer maar bijv. spaarlampen en allerlei bijzondere lampen. Vervanging door LED, zeker bij weinig branduren, geeft in die situaties vaak een beperkte energiebesparing.
    • Vervanging door LED is vaak niet alleen het verwisselen van een lamp maar regelmatig ook vervanging van (delen van) armaturen, een ander spanningsniveau etc.

8. Wees kritisch op lichtkwaliteit: hoeveel watt/lumen heb je nodig?

Even opletten en kleine aanpassingen, leiden vaak al tot energiebesparingen. Denk daarbij aan:

1. Verlichting die onnodig brandt. Wees alert en zet alleen aan wat gebruikt wordt. Of installeer bewegingssensoren.

2. Voorkom het plaatsen van kasten, tafels, stoelen en stapels papier voor of op verwarmingspanelen. Dat is niet energiezuinig.

3. Ventilatoren en motoren voor verwarming en ventilatie die onnodig veel in bedrijf zijn. Ook hebben ze vaak zeer inefficiënte elektromotoren.

4. “Stille” grote energieverbruikers zoals elektrische (close In) boilers die altijd aan staan of waarvan het warme water onnodig wordt rondgepompt, oude koelkasten/vriezers met slecht sluitende deuren en nauwelijks of geen mogelijkheden voor warmteafgifte.



Heb je de smaak te pakken?

Wil je aan de slag binnen jouw kerk?

Download startpakket
  1. Vorm een groep en zoek medestanders
  2. Overleg samen met welke stap jullie kerk kan starten
  3. Stel vast wat je nodig hebt om te starten
  4. Overleg de voorgenomen actie met de kerkraad
  5. Plan een datum waarop je gaat starten
bee