Bewust omgaan met het verwarmen van gebouwen
Waarom
De klimaatbeheersing in een kerkgebouw bepaalt voor een groot deel het totale energieverbruik. Het energieverbruik voor verwarming, koeling, bevochtiging en ventilatie kan verminderd worden door deze optimaal per gebouw en ruimte in te zetten. Wanneer de klimaatbeheersing optimaal is verzorgd, wordt de uitstoot van schadelijke stoffen (waaronder fijnstof en CO2) beperkt en draag je bij aan een beter leefmilieu. De hoofdstukken van isolatie, ventilatie en verwarming zijn daarom nauw met elkaar verbonden.
Informatie
De verwarming van een kerkgebouw hangt met veel factoren samen. Hoe groot zijn de zalen, hoe goed is de isolatie van het gebouw? Ook de wijze van gebruik van het gebouw is een belangrijke factor. Snel opwarmen heeft nadelen voor zowel het interieur (bijv. orgel) als de aanwezige mensen. Denk ook aan de ontwikkelingen op het gebied van duurzame energie en de intentie om steeds minder gas te gaan gebruiken.
In de download vind je een uitgebreide uitleg over de verschillende soorten systemen van klimaatbeheersing:
- Luchtverwarming (hoog- of laagtemperatuur, direct of indirect gestookt)
- Radiatoren en/of convectoren (hoog- of laagtemperatuur)
- Vloerverwarming (aangestuurd door warmtepompen, HR ketels of electra)
- Infraroodverwarming
- Lokale verwarming
- Combinaties van bovengenoemde systemen
Een stappenplan duurzaam energiegebruik is hier te vinden.
Bekijk ook de webinar over het duurzaam verwarmen van je kerkgebouw, gegeven door Rinus Scheele op 23 maart 2021.
Hoe
Kijk naar het bestaande systeem en kijk naar de voor- en nadelen van dit systeem. Inventariseer vervolgens wat de bouwkundige verbeteringen aan het gebouw zijn (isolatie, dubbel glas, voor- en achterzet beglazing, koeling, etc.), die sinds de bouw reeds aangebracht zijn en welke binnen een korte termijn aangebracht gaan worden. Ga ervan uit dat oude installaties vaak ontworpen zijn op een ongeïsoleerd gebouw, openstaande deuren en opwarmen in korte tijd. Vaak is een installatie 2* overgedimensioneerd. Omwisselen moet dus niet één op één, maar een nieuwe analyse is belangrijk.
Breng ook niet domweg een vloerverwarming aan omdat een adviseur aangeeft dat daarmee een fijn binnenklimaat ontstaat. Bedenk dat voor het aanbrengen van een vloerverwarmingssysteem veel in aanpassing vloer en afwerking geïnvesteerd moet worden. Ook kan een achteraf aangebracht vloerverwarmingssysteem, i.v.m. een veelal klein vloeroppervlak in vergelijking met de inhoud van de zaal, meestal het gevraagde vermogen niet leveren. Er moet dus vaak aanvullend verwarmd worden. Hetzelfde comfort kan met elk ander systeem of combinatie van systemen eveneens bereikt worden. Houdt bij de keuze voor een systeem in gedachten dat de opwarming nooit sneller mag gaan dan max. 2 graden per uur. Voor het orgel, interieur en mensen is een opwarming van de kerkzaal met max. 1 graad per uur nog beter.
TIPS
- Het verwarmen respectievelijk koelen van een kerkgebouw lijkt op die van een congrescentrum of een fabriekshal. Het verwarmen gaat meestal niet zoals bij een woning, woongebouw of een kantorencomplex, houdt dit in gedachten.
- Stel de thermostaat in op 10 °C gedurende afwezigheidsperioden, dit is de optimale temperatuur om het kerkgebouw en interieur (ook monumentale orgel) te behouden.
- Door langzaam de kerkzaal op te warmen ontstaat geen föhn, maar warmen muren en inrichting langzaam op, waardoor de kans op neerslaan van vocht op koude plekken wordt verminderd. Er kan daardoor een lagere binnentemperatuur gehandhaafd worden. Nadeel van langzaam opwarmen is wel dat bij verlies van warmte door bijvoorbeeld openstaande deuren, de temperatuur niet snel hersteld kan worden.
- Door een goede portaalwerking wordt veel energieverlies voorkomen.
- Kijk of door een andere wijze van verwarmen geen extra bouwkundige voorzieningen getroffen hoeven te worden.
- Bedenk dat het verwarmen door middel van aardgas wordt ontmoedigd.
- Bekijk of met kleine investeringen een groot deel van de benodigde energie intern opgewekt en wellicht opgeslagen (bufferboilers, accu’s, o.i.d.) kan worden. Zie ook het hoofdstuk over zonnepanelen.
- Lokale verwarming is in oudere (monumentale) kerkgebouwen de beste keuze. In moderne kerkgebouwen kan toepassing van een vloerverwarming op warmwater aangestuurd door een warmtepomp met daarnaast voldoende zonnepanelen een goede optie zijn.
- Een warmtepomp met buffervat (bv. 10m3 ijsgevuld in de grond naast de kerk gesitueerd en eventueel aangevuld met een kleiner warmwaterbuffervat in de opstelruimte) en daarnaast zonnepanelen is minder afhankelijk van de zon. Laat je altijd informeren door een onafhankelijk adviseur over de beste keuze voor jullie situatie.
- Lees over de rol van het orgel dit document.
Lees ook:
Energie besparen in historische woningen.
Handleiding Energiebesparen voor kerkgebouwen.
Advies
Heb je na het lezen van de informatie op deze pagina nog vragen over de klimaatbeheersing in kerkgebouwen, dan kun je contact opnemen met bijvoorbeeld Hellemans Consultancy of www.kerkenverantwoordverwarmen.nl voor onafhankelijk advies.
Wil je weten hoe het energieverbruik eruit ziet en hoe het zich verhoudt tot dat van vergelijkbare kerkgebouwen? Ga dan naar de benchmark tool van het Energie voor Kerken collectief om direct te zien hoe het energieverbruik van jullie kerk ligt ten opzichte van het gemiddelde verbruik.
Ervaring
In het rapport “Kerkverwarming in Edese kerken” (2012) staat de ideale kerkverwarmingsinstallatie beschreven. Hier kun je voor grote en kleine monumentale kerken, maar ook voor moderne kerken basis-temperaturen vinden en lezen over de aanpak die in Ede werd gehanteerd.